Armoede in
Nederland: de barmhartigheid van de participatiemaatschappij 2. Wie zijn (in Nederland) arm?
Hoeveel mensen in Nederland arm zijn wordt vooral door het CBS onderzocht.
Het CBS publiceert deze gegevens in persberichten, maar ook – in de vorm
van tabellen – op haar website. Niet iedereen vindt cijfers, tabellen en
grafieken even interessant, maar ze kunnen niet gemist worden voor het in
kaart brengen van het probleem. Armoede is, in meerdere opzichten, een
cijferkwestie. Om te bepalen wie onder de armoedegrens leven, kijkt het CBS naar het totale gezinsinkomen (in CBS-termen: het totale huishoudinkomen). Omdat de lage-inkomensgrens een netto bedrag is, kijkt men dus steeds naar het netto besteedbaar inkomen van een huishouden als geheel. Van de huishoudens onder de armoedegrens worden een aantal kenmerken verzameld. Wij zullen er hier vier bekijken: [1]
(Het CBS gaat, bij het verzamelen en verwerken van cijfers, heel zorgvuldig te werk. Dit heeft wel als nadeel, dat deze cijfers vaak achter lopen. Op dit moment (begin 2022) zijn de laatst bekende cijfers die over 2020, maar deze zijn nog niet definitief.) Soort inkomen De verdeling is ruwweg als volgt:
(Het netto minimumloon ligt weliswaar ruim boven de lage-inkomensgrens, maar niet iedereen heeft een voltijds baan. Wie alleen van een deeltijdbaan moet rondkomen kan dus onder de armoedegrens zitten.) Bij huishoudens onder de lage inkomensgrens die (voornamelijk) zijn aangewezen op winst uit onderneming gaat het in veel gevallen om zzp’ers, maar er zijn in deze groep ook ondernemers uit bijv. de horeca en winkeliers. Van de personen met een uitkering onder de lage-inkomensgrens hebben de meeste een bijstandsuitkering, maar ook andere uitkeringen komen voor, zoals Wajong, IOAW, IOAZ, en onvolledige AOW uitkeringen. Aantal huishoudens en personen onder de lage-inkomensgrens
In de laatste 3 jaar (2018-2020) leven er dus gemiddeld 550.000 huishoudens onder de armoedegrens. Dit zijn gemiddeld 968.000 personen, waarvan 239.000 kinderen. Gemiddeld 229.000 huishoudens leven in deze periode al langer dan 4 jaar onder deze grens. Dit gaat om 387.000 personen, waarvan 98.000 kinderen. Een leven onder de armoedegrens is op zich al erg genoeg. Leven van een bijstandsuitkering is erger, door alle extra regels en verplichtingen die de Participatiewet aan haar “klanten” oplegt – waarover later meer. Onderstaande tabel zoomt in op deze laatste categorie.
Deze cijfers laten zich beter interpreteren in een grafiek:
Deze grafiek laat het volgende zien:
De effecten van de coronapandemie zijn in de cijfers van 2020 nog niet zichtbaar. Dit komt door de steunmaatregelen. Bedrijven – ook bedrijven die niet levensvatbaar meer waren – werden hierdoor kunstmatig overeind gehouden. Het CPB verwacht dat de negatieve gevolgen van de pandemie nog moeten komen. Het CBS drukt deze aantallen vaak uit in percentages van de totale bevolking. Omdat de bevolking groeit, wordt het zelfde aantal mensen langzaam een kleiner percentage van de bevolking. Maar dat is natuurlijk geen goed nieuws. Integendeel: het betekent dat de grotendeels gelijkblijvende groep armen steeds meer niet-armen om zich heen krijgen, wat hun isolement alleen maar versterkt. [1] De hierna genoemde cijfers komen uit twee tabellen: [2] Zie het rapport “Kansrijk armoedebeleid” van het CPB en SCP (2020): https://www.scp.nl/publicaties/publicaties/2020/06/18/kansrijk-armoedebeleid
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vorige Inhoudsopgave |
Volgende Download als PDF |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||